Geverifieerd door Marianne Poulsen

Gecertificeerd Nutrition Advisor

Re-evaluation of konjac gum (E 425 I) and konjac glucomannan (E 425 II) as food additives
Weight loss

Herevaluatie van konjacgom (E 425 I) en konjacglucomannan (E 425 II) als levensmiddelenadditieven

door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) (2017)

Cv

Dit advies gaat over de herevaluatie van konjac (E 425), bestaande uit konjacgom (E 425 i) en konjac glucomannan (E 425 ii), bij gebruik als levensmiddelenadditieven. Op basis van het conceptuele raamwerk voor de risicobeoordeling van bepaalde levensmiddelenadditieven, opnieuw beoordeeld op grond van Verordening (EU) nr. 257/2010 van de Commissie, was het panel van mening dat het huidige gebruik van konjac (E 425) in alle voedselcategorieën beperkt was tot het maximaal toegestane niveau (MPL). ) van 10 g/kg, en dat de berekende indicatieve verfijnde blootstellingsbeoordeling voor alle bevolkingsgroepen lager was dan 0,1 mg/kg lichaamsgewicht (lg) per dag voor de algemene bevolking (gemiddeld en hoog niveau). Het was onwaarschijnlijk dat konjacgom en konjac-glucomannan intact zouden worden geabsorbeerd en werden aanzienlijk gefermenteerd door de darmmicrobiota.

De beschikbare database met toxicologische onderzoeken werd als beperkt beschouwd, maar er werden geen relevante bijwerkingen waargenomen bij ratten en honden in 90 dagen durende voedingsonderzoeken volgens het SCF, waarbij het no-observed-effect level (NOEL) bij ratten 1.250 mg konjac glucomannan was. /kg lichaamsgewicht per dag. Konjacgom en konjacglucomannan waren niet van belang met betrekking tot de genotoxiciteit. Na een dagelijkse dosering van 3.000 mg bij volwassenen gedurende 12 weken ondervonden verschillende personen buikklachten, waaronder diarree of constipatie. Het panel concludeerde dat er geen behoefte was aan een numeriek aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) en dat er geen veiligheidsproblemen waren voor de algemene bevolking bij de verfijnde blootstellingsbeoordeling voor het gerapporteerde gebruik van konjacgom (E 425 i) en konjacglucomannan (E 425 ii) als levensmiddelenadditieven onder de huidige gebruiksomstandigheden van 10 g/kg. Het panel was het eens met de conclusies van het SCF (1997) dat het gebruik van konjac (E 425) als additief in hoeveelheden tot 10 g/kg in voedsel aanvaardbaar is, op voorwaarde dat de totale inname uit alle bronnen onder de 3 g blijft. /dag.

Om het onderzoek in zijn geheel te lezen, klik hier ( Engels )

Terug naar blog